Gecertificeerd hout alleen afkomstig uit de tropen? Nee hoor, ook dicht bij huis zijn er genoeg bossen die duurzaam worden beheerd. PEFC stelt voor alle landen wereldwijd nationale standaarden op die gericht zijn op de situatie ter plekke. Zo ook voor Nederland. Marten de Groot, Coördinator Beleid en Registratie bij PEFC Nederland, vertelt over de aanpak van PEFC bij duurzaam bosbeheer en welke stappen de instantie in Nederland zet.
PEFC werkt met een internationaal pakket van eisen en principes voor duurzaam bosbeheer. Deze eisen en principes vormen de uitgangspunten voor specifieke standaarden per land. Marten: “Elk land heeft andere soorten bossen. Het bos in Nederland is van een totaal andere orde dan een bos in Indonesië. Bijvoorbeeld qua oppervlak en de soorten bomen die er groeien, maar ook in het gebruik ervan. In Nederland leven geen inheemse volken in het bos, dus hoef je daar geen rekening mee te houden. In tropische landen is dit wel het geval.”
“Het voordeel van standaarden die op de nationale situatie geënt zijn, is de praktische uitvoerbaarheid. Het maakt het makkelijker voor een boseigenaar om aan specifieke eisen voor zijn land te voldoen. Mede dankzij deze aanpak heeft PEFC wereldwijd zo’n 330 miljoen hectare gecertificeerd bos. Een groot deel daarvan bevindt zich in Noord-Amerika, en Europa, maar ook in Azië, Zuid-Amerika en Australië zijn PEFC-bossen.”
Het certificeren van bossen begint met de vraag naar duurzaam hout uit de markt. Pas als er een afzetmarkt is heeft een boseigenaar met PEFC-certificaat de economische middelen om bossen duurzaam te beheren. Hoe zit het met de vraag naar Nederlands hout? Marten vertelt over een inspirerend voorbeeld: “Rob Philipsen is een Nederlandse bosbeheerder die werkt voor de gemeente Epe. Hij is voorloper in het gezonder maken van ons bos. Het bos dat hij beheert, was vroeger een heideveld waar schapen op graasden. Dit leidt tot een ontzettend zure grond, waar bijna niets meer op te verbouwen is. Ook de meeste boomsoorten niet.”
“Om de negatieve spiraal voor de bodemomstandigheden te doorbreken, is Rob begonnen met het planten van bomen die goed overleven in zure grond en rijk strooisel produceren. Zo is in de loop van decennia ruim 200 hectare grove den en Japanse Lariks omgevormd naar een menging van voornamelijk Douglas, berk en linde. Hierbij zijn altijd de fraaiste bomen van de oude opstand gespaard. Dankzij die aanpak kon de bodemkwaliteit zich stukje bij beetje herstellen.”
“Inmiddels staan er vitale berken en Douglas voor de productie van fineer. Ook zijn er nu mogelijkheden voor de aanplant voor ‘rijkstrooiselsoorten’ als esdoorn, elsbes, zoete kers en noot. Hier is internationaal veel vraag naar. In de wetenschap dat zijn inspanningen op de lange termijn geld opleveren, heeft Rob de conditie van de bodem zo kunnen herstellen dat de berken er nu daadwerkelijk groeien. Dit is een mooi voorbeeld van hoe de vraag naar hout kan leiden tot een verrijking van het ecosysteem.”
Tot een paar jaar terug richtte PEFC zich alleen op hout uit bossen. Maar ook buiten de bossen groeien veel bomen. Sinds 2015 is de instantie bezig om ook die bomen te kunnen certificeren. Marten vertelt: “De laatste jaren zien we een opkomst in agroforestry, waarbij de gebruikelijke activiteiten op de boerderij worden gecombineerd met de teelt van bomen. Tot nu toe zien veel boeren alleen nog niet genoeg financiële redenen om hiermee te beginnen. Wij willen eraan bijdragen dat die economische drijfveer wel ontstaat. Het duurt langer om een boom te laten groeien, maar gecertificeerd hout levert wel degelijk geld op.”
Hoe kunnen boeren dit in de praktijk toepassen? Marten: “Er zijn verschillende opties. Als voorbeeld noem ik vrije-uitloopkippen. Die lopen nu vaak in grasvelden rond, maar zitten ook graag in bomen. Het is daarom heel logisch om in die weilanden bomen te planten voor het welzijn van de kippen. Als boeren hier tegelijkertijd geld mee kunnen verdienen, is dat nog aantrekkelijker.”
“Ook gemeentes hebben interesse in de certificering van bomen buiten het bos. Vaak is bomen oogsten een hoofdpijndossier, omdat ze hun eigen bomen niet kunnen gebruiken vanwege de verplichting om als overheidsinstantie gecertificeerd hout in te kopen. Als ze een individuele boom wél kunnen certificeren, wordt het gebruik van eigen hout opeens wel mogelijk. Ook voor bewoners is dit interessant. Stel: je ziet dat een boom voor jouw huis wordt weggehaald, maar je krijgt er een bankje voor terug dat is gemaakt in de lokale zagerij, dan geeft dat veel meer voldoening dan alleen het aanplanten van een nieuwe boom. We zijn druk aan het werk om deze eisen en principes voor alle gemeentes praktisch toepasbaar te maken.”
De praktijk van PEFC laat zien dat meer vraag naar gecertificeerd hout kan leiden tot gezondere bossen en betere ecosystemen. Ook dicht bij huis. Bij het gebruiken van duurzaam hout als bouwmateriaal moeten we niet focussen op de bomen die verdwijnen, maar juist op hoe dit helpt om bossen te onderhouden. Natuurlijk geldt dit voordeel alleen bij het gebruik van gecertificeerd hout. Immers: hoe groter de vraag naar duurzaam hout in de bouw, hoe beter instanties zoals PEFC zich kunnen inzetten voor het beschermen en behouden van bossen. Een boseigenaar, boer of gemeente met een PEFC-certificaat is namelijk verplicht oogst en bijgroei in balans te houden.
De timmerfabrikanten die zijn aangesloten bij de NBvT werken allemaal met duurzaam gecertificeerd hout. Ben je op zoek naar nieuwe kozijnen? Vind hier een Kozijnen van Hout-verkooppunt in jouw omgeving.
Op de hoogte blijven van al het nieuws over houten kozijnen? Houd de website in de gaten en volg ons op Instagram, Twitter en LinkedIn.