{{ showmenu }}

Jan Bos - Timmerfabriek Gebrs. Bos B.V.

  • Expertverhaal
  • Renovatie

Hoe zit het met… De restauratie van eeuwenoude houten kozijnen?

Hoe meer je weet over houten kozijnen, hoe beter je een slimme keuze kunt maken bij de aanschaf ervan. Wij helpen je graag met het vergroten van je kennis. Daarom lees je hier elke maand inzichten van experts uit de houtbranche. Ze vertellen je over nieuwe ontwikkelingen in de branche en ervaringen uit de praktijk. Deze keer aan het woord: Jan Bos, directeur van Timmerfabriek Gebrs. Bos B.V.

Timmerfabriek Gebrs. Bos B.V. is opgericht in 1904. Inmiddels staat de vierde generatie van de familie Bos aan het roer. Dagelijks werken er zo’n 43 specialistische medewerkers aan uiteenlopende projecten. Timmerfabriek Bos heeft een breed dienstenpakket, met naast houtskeletbouw en de productie van kozijnen, ramen en deuren ook expertise in restauratie en interieurbetimmering. Onlangs leverde het bedrijf passiefkozijnen voor appartementencomplexen in Amsterdam en Brussel en voorzagen ze de Belgische Scholen van Morgen van onbehandelde Padoekhout-kozijnen. Daarnaast waren ze betrokken bij de renovatie van Museum De Lakenhal in Leiden. Jan vertelt over dit project.

Hoe zijn jullie bij de renovatie van Museum De Lakenhal betrokken geraakt?

Jan: “In 2016 won bouwcombinatie Nieuw Laecken, bestaande uit IBB Kondor en Koninklijke Woudenberg Ameide, de aanbesteding voor de restauratie van het museum. Omdat Timmerfabriek Bos regelmatig samenwerkt met Woudenberg, schakelden ze onze hulp in voor het timmerwerk. In de eerste instantie was dat alleen de restauratie van de monumentale Joristrap. Later kwamen hier de ramen, deuren en kozijnen voor binnen en buiten bij.”

“Voor alle werkzaamheden was het belangrijk om de oude bouwstijl zoveel mogelijk in stand te houden. Omdat Museum De Lakenhal onderdelen heeft uit verschillende eeuwen, waren er voor elke verdieping andere eisen. Ondertussen moesten de nieuwe kozijnen wel voldoen aan strenge brand- en inbraakwerendheidseisen. Daar zat voor ons een grote uitdaging.”

Wat waren de plannen voor de Joristrap?

“Met het verbouwen van het museum wilde Museum De Lakenhal een andere indeling realiseren. De grootste uitdaging was dat hiervoor het monumentale trappenhuis in zijn geheel verplaatst moest worden. Aan het begin van de verbouwing hebben we de Joristrap via het dak uit het gebouw getakeld en naar onze fabriek vervoerd. Een flinke onderneming, want het was van groot belang dat alles zoveel mogelijk intact bleef. Gelukkig ging dit goed.”

“Eenmaal in de fabriek zijn we begonnen met de herstelwerkzaamheden. De restauratie van een monument gaat gepaard met uitgebreide replica-eisen. Dankzij onze ervaring met de renovatie van het Rijksmuseum, konden we verschillende instandhoudingstechnieken toepassen. De Joristrap is oorspronkelijk gemaakt van vurenhout dat ‘gehout’ is in eikenhout. Als alternatief hebben we voor de reparaties Oregon Pine gebruikt. Deze houtsoort staat namelijk bekend als een goede vervanger voor oud naaldhout bij renovaties. In totaal heeft het monument ruim een jaar bij ons opgeslagen gelegen.”

“De restauratie van een monument gaat gepaard met uitgebreide replica-eisen”

En hoe ging de renovatie van de deuren en kozijnen in zijn werk?

“Bij de restauratie van deuren en kozijnen was sprake van heel veel maatwerk. De oorspronkelijke ‘Laecken-Halle’ is in de 17e eeuw gebouwd. In de 19e eeuw kwamen daar de kunstzalen bij, en in de 20e eeuw de Papevleugel. Dat betekent dat er uiteenlopende bouwstijlen terugkomen. In elk deel van het gebouw zaten deuren en kozijnen met andere detailleringen. Samen met de architect is besloten om alle detailleringen uit de verschillende eeuwen te behouden.”

Hoe hebben jullie de restauratie aangepakt?

“Onze engineers en tekenaars hebben alle detailleringen in kaart gebracht en geanalyseerd. De grote vraag was hoe we de oude bouwstijlen konden behouden, en tegelijkertijd konden voldoen aan de moderne eisen. Simpelweg het moderne hang- en sluitwerk gebruiken, zit er immers niet in. Voor bijna elk kozijn en elke deur hebben we maatwerk moeten toepassen. Soms hadden we bedacht om een deur volledig na te maken en te vervangen, maar bleek die nog in goede staat. In zo’n geval willen we natuurlijk liever de originele onderdelen behouden. Om ze dan toch inbraakproof te maken, zijn bijvoorbeeld stalen roeden geplaatst.”

“De grote vraag was hoe we de oude bouwstijlen konden behouden, en tegelijkertijd konden voldoen aan moderne eisen”

Moesten er veel nieuwe onderdelen gemaakt worden?

“De Joristrap hebben we bijna in zijn geheel kunnen behouden. De deuren en kozijnen moesten vaak wel vervangen worden. Het grootste deel van de oude kozijnen was gemaakt van eiken- en grenenhout. Bijzonder om te zien was de ontzettend goede kwaliteit van met name grenen in die tijd. Bij het demonteren van de kozijnen, viel het ons bijvoorbeeld op dat de jaarringen veel dichter op elkaar zaten dan tegenwoordig het geval is. Dat wijst erop dat de bomen toen langzamer groeiden. Daardoor was het grenen veel sterker dan de eigenschappen die we nu aan grenen toekennen.”

“Het is bijzonder om te zien dat grenenhout vroeger veel sterker was dan nu”

“Van de kozijnen die we niet meer konden herstellen, hebben we replica’s gemaakt. Hiervoor hebben we eveneens gebruik gemaakt van Oregon Pine, omdat dit dezelfde look heeft als oud grenenhout, maar stabieler en makkelijker te drogen is. Zeker na het schilderen is er bijna geen verschil meer te zien met de originele grenenhouten kozijnen.”

Hoe hebben jullie medewerkers dit project ervaren?

“Het was voor iedereen een intensief project, maar wel één waar we veel waardering voor kregen. Zo is het verwijderen van de Joristrap vastgelegd op video. Dat is mooi om terug te zien. Daarnaast kwam onze brede kennis hier goed tot zijn recht. Er zit bijvoorbeeld veel handwerk in de details. Op onze interieurafdeling werken vakmensen die zichzelf houtsnijtechnieken hebben aangeleerd en de finesses hiervan begrijpen. Ook voor de engineers, tekenaars en mensen in de fabriek is het een project om met trots op terug te kijken.”

Eeuwenoude kozijnen weer klaar voor de toekomst

In totaal is Museum De Lakenhal in Leiden bijna 2,5 jaar gesloten geweest voor renovatie. Maar het resultaat mag er zijn. Terwijl de oude bouwstijlen behouden zijn gebleven, voldoet het museum weer aan de moderne eisen. Niet alleen voor brandveiligheid en inbraakwerendheid, maar ook wat betreft de gemakken die we gewend zijn. Zo heeft Timmerfabriek Bos onder andere weten te realiseren dat de oude deuren automatisch openen en sluiten.

Daarnaast was de verplaatsing en restauratie van de Joristrap een intensieve klus. Dankzij de inzet van het hele betrokken team, is het gelukt om de trap in oude glorie te herstellen en terug te plaatsen op een nieuwe locatie. Hierbij is het – eveneens monumentale – plafond behouden gebleven. Zo is niet alleen de kunst in het museum een bezoek waard, maar ook het pand waarin de kunst zich bevindt.

Op de hoogte blijven van al het nieuws over houten kozijnen? Houd de website in de gaten en volg ons op InstagramTwitter en LinkedIn

Video Joristrap: