Duurzaamheid en circulariteit zijn steeds belangrijker in de bouwwereld. Natuurlijk is bouwen met hout al een flinke stap in de juiste richting. Maar er is meer nodig om duurzamer te bouwen. Eén van de mogelijke oplossingen is het opnieuw inzetten van gebruikte materialen. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Wellicht biedt het materialenpaspoort uitkomst.
Laten we beginnen bij het begin: in een materialenpaspoort staan alle onderdelen van een (nieuw) gebouw beschreven. Oftewel: hoeveel hout, glas, staal, beton en baksteen in het pand verwerkt zijn. Maar ook – en misschien nog wel belangrijker – hoe alles uit elkaar gehaald kan worden. Deze informatie wordt opgeslagen in Madaster, het kadaster voor materialen.
Waarom zou je al die informatie opslaan? Daar is een goede reden voor: het draagt bij aan meer duurzaamheid en circulariteit. Nu worden panden aan het einde van hun levensduur gesloopt, waardoor grondstoffen hun waarde verliezen. Dat terwijl er nog genoeg materialen inzitten die een waardevol tweede leven kunnen krijgen op een andere plek. Een houten kozijn dat elders opnieuw te gebruiken is, levert immers veel meer op dan hout dat naar de bio-energiecentrale gaat.
Het grote voordeel van een materialenpaspoort, is dat het makkelijk inzicht geeft in hoe duurzaam en circulair een gebouw eigenlijk is. Claims over duurzaamheid zijn transparanter en eenvoudiger te controleren. Eén blik in het materialenpaspoort en je weet welk aandeel van een gebouw opnieuw te gebruiken is.
Mooi meegenomen: door alles op te schrijven en vast te leggen, groeit de bewustwording rondom circulariteit. Op één plek kiezen voor hout in plaats van beton of staal lijkt weinig verschil te maken. Maar zodra je dit op tien plekken doet, heeft het ineens wel veel impact op duurzaamheid. Zo drukt het materialenpaspoort bouwers met hun neus op de feiten.
Een ander voordeel dat het materialenpaspoort met zich meebrengt, is dat vastgoed langer waarde behoudt. Een houten kozijn slopen kost geld, terwijl het opnieuw gebruiken op een andere plek juist geld oplevert. Hoeveel geld, dat is nog één van de vragen. Dit is aan de ene kant afhankelijk van de montagewijze – hoe makkelijker te demonteren, hoe minder arbeidstijd het kost om te recyclen – en aan de andere kant van de restwaarde na de gebruiksduur van een pand. Het vinden van die antwoorden is een taak voor de (nabije) toekomst.
Een belangrijke stap om de bouwsector duurzamer te maken, is om alle bouwmaterialen te zien als waardevolle grondstof. Geen eenmalig gebruiksproduct dat je weggooit als je het niet meer nodig hebt, maar iets dat jarenlang mee kan gaan. Het materialenpaspoort draagt bij aan deze gedachte. Zodra je weet welke materialen zich in een gebouw bevinden en hoe je ze daaruit haalt, wordt het makkelijker om er een nieuwe bestemming voor te vinden en neemt de waarde ervan toe.
Hout leent zich perfect om circulair in te zetten. Het is namelijk een voorspelbaar materiaal: de resterende kwaliteit en sterkte is door een professional meestal met het oog te voorspellen. Dat maakt bewerking voor een nieuw doel makkelijker en veiliger. Ook is hout door haar lage gewicht eenvoudig te vervoeren en snel te monteren. Je hebt alleen licht materieel – zoals elektrische machines en gereedschap – nodig om het te bewerken. Dit alles maakt hout ideaal als herbruikbaar materiaal.
Persoonlijk advies nodig? Zoek hier een Kozijnen van Hout-verkooppunt in jouw omgeving
Op de hoogte blijven van al het nieuws over houten kozijnen? Houd de website in de gaten en volg ons op Instagram, Twitter en LinkedIn.