{{ showmenu }}

Paul Verhoeven - Happel Cornelisse Verhoeven Architecten

  • Klantcase
  • Restauratie

Klantcase: restauratie van Museum De Lakenhal in Leiden

Een museum vol kunst, een gebouw met vier bouwstijlen en een monumentale trap. Dat is Museum De Lakenhal in een notendop. Tussen 2016 en 2019 onderging dit Leidse museum een uitgebreide restauratie. Het museum kreeg een nieuwe vleugel, de vier bouwstijlen zijn in ere gehouden en de Joristrap kreeg een nieuwe plek. Het resultaat is een licht, ruimtelijk en open museum waar de architectuur onderdeel is van de kunst. Paul Verhoeven, partner bij Happel Cornelisse Verhoeven Architecten, vertelt over dit project.

Happel Cornelisse Verhoeven Architecten (HCVA) is een architectenbureau in Rotterdam. Met een team van 16 mensen werken ze aan een divers portfolio van projecten. Daarbij hebben ze veel ervaring met volledige architectenopdrachten, waarbij ze niet alleen de tekeningen maken, maar ook het project leiden. In 2012 deed HCVA mee aan een Europese Aanbesteding om de restauratie van Museum De Lakenhal in Leiden uit te voeren. En met succes: samen met Julian Harrap Architects uit Londen wonnen ze de opdracht. Paul vertelt over de aanpak van dit project.

Bouwstijlen samenbrengen

De plannen om Museum De Lakenhal te restaureren waren er al lang, maar tot een concrete opdracht kwam het tot 2012 niet. Daarom besloot gemeente Leiden een Europese Aanbesteding uit te schrijven. Een uitgelezen kans voor HCVA. Paul: “We hadden meteen goede ideeën over de uitbreiding en restauratie van het museum. Dat vond ook de gemeente Leiden. Uit alle inzendingen kreeg HCVA de opdracht.”

De grootste uitdaging bij de restauratie van het museum was om de bouwstijlen van verschillende onderdelen samen te brengen, terwijl ze toch elk hun eigen karakter behouden. Paul: “De originele Laecken-Halle is gebouwd in 1640. De kunstzalen stammen uit de 19e eeuw en de Papevleugel is gebouwd in de 20e eeuw. Hierdoor heeft elk deel zijn eigen detailleringen. Aan ons de taak om de sfeer uit de verschillende eeuwen te behouden, en tegelijkertijd het museum tot één geheel te maken.”

Verplaatsen Joristrap

Het belangrijkste idee uit de verbouwplannen, was de verplaatsing van de Joristrap. Paul: “Het museum heeft nu een overdekt binnenterrein, van waaruit je naar alle gebouwdelen kunt. In de oude situatie ontbrak zo’n oriëntatieruimte, waardoor mensen na binnenkomst al snel hun oriëntatie kwijtraakten. Door de Joristrap te verplaatsen, kwam de zogenaamde Achterplaats weer in zicht. Dit gaf meteen veel lucht en ruimte aan het museum. Mensen die het museum kenden in de oude situatie, zeggen dat de nieuwe plek van de Joristrap veel logischer is. Het lijkt alsof hij daar thuishoort.”

“Het verplaatsen van de Joristrap gaf lucht en ruimte aan het museum”

Het verplaatsen van een trap van zo’n formaat is niet makkelijk, zeker niet als het gaat om een collectiestuk. Paul vertelt hoe dit is aangepakt: “De Joristrap is een enorme constructie. Vooraf hebben we alles digitaal ingemeten, waardoor we vrij zeker wisten dat de trap op de nieuwe plek paste. Toch bleef de verplaatsing spannend. Je weet immers niet wat je aantreft achter het oppervlak van de zichtbare afwerking. Bij de demontage bleek dat de constructie er slechter aan toe was dan we hoopten. Die hebben we daarom moeten verstevigen. Timmerfabriek Gebroeders Bos heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. De trap is veel sterker en heeft zijn uitstraling behouden.”

Kozijnen in de kunstcollectie

Ook de kozijnen kregen speciale aandacht tijdens de restauratie van Museum De Lakenhal. Het zijn namelijk niet zomaar kozijnen; ze behoren tot de collectie van het museum. Paul: “In de verschillende delen van het museum bevinden zich andere soorten kozijnen. Daarnaast stonden in het depot nog deuren en kozijnen die op dat moment niet gebruikt werden. Het restauratieontwerp voorzag in het terugplaatsen van originele kozijnen en deuren op hun historische locaties. Tegelijkertijd betekende dit dat we voor bijna elk kozijn maatwerk hebben moeten toepassen. Geen enkel kozijn is namelijk hetzelfde. De conservatoren van het museum hebben ons geholpen om de detailleringen te interpreteren.”

Trots op wat je niet ziet

Bij de restauratie is veel aandacht besteed aan wat je ziet, maar ook aan wat je niet ziet. Zoals installatietechniek. Want terwijl het belangrijk is dat een museum van alle moderne gemakken voorzien is, mag dat niet de aandacht trekken in een 17e-eeuws gebouw. Paul: “Eén van de uitdagingen bij het hergebruiken van de oude kozijnen, was dat deze moesten voldoen aan de huidige eisen voor brandwerendheid en inbraakveiligheid. Daarbij wilden we niet dat dit aan de buitenkant zichtbaar was. Omdat we werken met kozijnen uit verschillende tijdsperioden, was het niet mogelijk om het ene principe zomaar overal toe te passen. Het uittekenen en certificeren van deze detailleringen was een intensief proces.”

“Als je mensen wijst op de techniek de overal verwerkt is, zijn ze verrast. Een bevestiging dat we het goed hebben gedaan”

Ook de overige techniek in het museum is zo goed mogelijk weggewerkt. Zo zitten de ventilatieroosters geïntegreerd in de houten balklagen en is de afzuiging weggewerkt in de dagkantbetimmering van de kozijnen. Paul: “Mensen beseffen vaak niet hoeveel techniek er verwerkt is buiten het zicht. Als je hen erop wijst als ze door het museum lopen, reageren ze verrast. Dat is voor mij een bevestiging dat we het goed hebben aangepakt. Voor een architect is het belangrijk dat mensen een ruimte helemaal ervaren zoals hij ooit bedoeld was. Hoe minder afleiding, hoe beter.”

Museum De Lakenhal: prijswinnende restauratie

In 2019 ging het compleet gerenoveerde museum weer open, na bijna 2,5 jaar gesloten te zijn geweest voor renovatie. De reacties van de eerste bezoekers waren enthousiast. Kunstenaars die in het museum exposeren, zijn lovend over de ruimtelijkheid en het licht. Maar dat niet alleen: ook in de vakgroep van architecten werd het werk dat HCVA leverde goed ontvangen. Het leverde hen zelfs enkele prijzen op.

De grootste verbetering van de restauratie is volgens Paul de nieuwe indeling van het museum. Alle delen van het museum zijn met elkaar verbonden via de centrale Achterplaats, terwijl het individuele karakter behouden is gebleven. Alleen al het verplaatsen van de Joristrap maakte hierin een wereld van verschil. Door een goede samenwerking met het museum, de gemeente en alle partners, is een resultaat bereikt waar iedereen trots op is.

Op de hoogte blijven van al het nieuws over houten kozijnen? Houd de website in de gaten en volg ons op Instagram, Twitter en LinkedIn.

 

Over Timmerfabriek Bos

Bij de restauratie van Museum De Lakenhal werkte HCVA samen met Timmerfabriek Gebrs. Bos B.V. Zij waren verantwoordelijk voor het verstevigen en herstellen van de monumentale Joristrap en de renovatie van de houten deuren en kozijnen. Voor beide geldt dat de oude bouwstijlen in ere zijn gehouden, terwijl de constructies weer voldoen aan de moderne eisen.

Benieuwd hoe Timmerfabriek Bos de restauratie van de Joristrap en kozijnen heeft aangepakt? Lees hier het expertverhaal.